zondag 29 september 2013

Ruim zestig jaar geleden waren ze al vriendinnen, onze moeders. Op zwart-witfoto's in mijn moeders fotoalbum vind ik daarvan het bewijs. Zestig jaar historie boven ons. Wij gingen beiden onze eigen weg. Een beetje dezelfde weg, maar toch anders. We gingen allebei studeren, in een 'grote' stad wonen, kregen een baan, deden leuke dingen. We trouwden. Ik hoorde verhalen over jou via mijn moeder en jij hoorde dezelfde verhalen over mij via jouw moeder. Jij ging werken in de werving en selectie en ik in communicatieland. Een heleboel jaar geleden zocht jij voor een klant een communicatiemanager. Je dacht aan mij en samen gingen we naar die klant. Het klikte, alles klopte en we waren allebei tevreden. En verder met ons leven gingen we. Ik had kinderen, jij wilde ze graag maar het lukte niet. Je broer emigreerde naar Amerika. Via mijn moeder bleef ik op de hoogte.

En toen kreeg je borstkanker.
Tjonge, dacht ik toen ik dat hoorde. Wat rot voor je.
Negen maanden later had ik het ook.

We gingen bellen. Jij was net klaar met je behandeling toen ik eraan moest beginnen. Chemokuur en bestralingen. Je probeerde je kennis over wat me te wachten stond enigszins te verzachten, vertelde niet alles omdat het bij mij niet hetzelfde hoefde te gaan als bij jou. We konden samen een beetje lachen om al die vreemde situaties waar je in terecht komt als je kanker hebt, er was zoveel herkenning. Elk telefoontje duurde al gauw anderhalf uur. En ik hoor je nog zeggen: "Ik vind het fijn om eindelijk iemand te spreken die precies hetzelfde heeft als ik." Dit ging over het type kanker wat we allebei hadden, hormoonongevoelig maar wel heel agressief. Gelukkig hadden we na de behandeling 85% kans om over vijf jaar niet te zijn overleden aan deze kanker.

Ik doorliep de behandeling en in die tijd knapte jij verder op. Je ging zelfs al weer een beetje werken. Ik was daar toen nog helemaal niet toe in staat. Je wilde door met je leven en eigenlijk even helemaal niets meer over kanker horen. Ik was nog niet zover en we hadden een tijdje geen contact. Onderweg met mijn ouders in de auto, ergens in november vorig jaar, vroeg ik me hardop af hoe het met je ging. Ik wilde wel weer eens wat van me laten horen nu het weer wat beter met mij ging. Het werd heel stil in de auto. Mijn ouders hadden het me niet eerder willen vertellen. Je had uitzaaiingen.

Dat was het aller slechtste nieuws wat één van ons te horen kon krijgen. Uitzaaiingen betekent niet te genezen. Agressief, eindig. Ik belde je. Je was krachtig, realistisch. Je had besloten niet te gaan piekeren, maar te genieten van de tijd die je nog had. Je had een bucketlist. Ik ook. Je wilde weten wat er op de mijne stond. Nou, euh, een cabriolet :-) Stond ook op de jouwe. Na de aankoop Whappten we elkaar foto's van onze cabrio's, geweldig. Natuurlijk ging het niet om het materiële van de aankoop, het ging om alles daaromheen. Om nu te doen wat je écht wilt doen, om niets uit te stellen. Om het gevoel dat je alles uit het leven haalt nu het nog kan. Ook dat gevoel deelden we. Dat was echt fijn.
Elke paar maanden hadden we even contact. Over hoe het met je ging, over vroeger. Je stelde me steeds gerust. Je zei: "denk eraan hè, ik heb pech, jij hebt geluk, dat zijn statistieken!! Komt helemaal goed met jou!" En je schreef: "Dus denk maar niet teveel aan me. Geniet, ik nog nooit zoveel gedaan als de afgelopen maanden, alles heeft z'n voordeel!!"

Vorige week kreeg ik weer een berichtje van je. Je wilde me uitnodigen voor jouw uitvaart. Hoewel we elkaar eigenlijk niet zo goed kenden en je wilde me niet confronteren met jouw 'toestand', zoals je Whappte. Je begreep zo goed hoe alles wat met jou gebeurde bij mij binnen zou komen.We hadden immers precies hetzelfde. Ik wilde me niet laten kennen, vooral omdat ik er zo graag voor je wilde zijn en zo graag nog contact met je had. Maar je had wel gelijk, het kwam loeihard bij mij binnen en ik voelde me dagen beroerd van angst als ik nadacht over je. Ook dubbel, heel dubbel. Je nam afscheid, wenste mij en mijn gezin een mooi, lang, gezond en liefdevol leven. Ik moest er iets moois van maken.

Gister was je uitvaart. Het was indrukwekkend. Uit alles kwam de ruimhartige, liefdevolle en attente vrouw naar voren die je ook naar mij toe was. Ik was zo graag met je koffie gaan drinken om nog eens terug te kijken op een rottijd die voorbij zou zijn, voor ons allebei. Dat wij eens bij konden praten over onze moeders. Of dat ik van mijn moeder weer verhalen zou horen over hoe het met je ging. Nu kreeg ik van mijn moeder het telefoontje dat je overleden was. Een dag na je 45ste verjaardag.

Dag mooie, bijzondere lotgenoot. Ik mis het weten dat je er bent en ik mis het dat we niet meer kunnen bellen over ons gedeelde lot. Ik hoop zo dat het met mij beter zal aflopen, maar ik mis het nu al dat ik het niet met jou kan delen als dat niet zo is.

Ik hoop op een mooi, lang, gezond en liefdevol leven en ik gá er iets moois van maken. Het is alleen een stukje minder nu dat niet meer voor ons allebei kan.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten