Lig ik om 7 uur vanavond zomaar opeens op de bank te slapen. Ik ben steenkapot. Niet dat ik vandaag zoveel gedaan heb. Gewoon een beetje achter de computer (omzetbelasting natuurlijk) en een stukje wandelen. En het eten maken, want dat doe ik graag in de derde week van de kuur. Omdat ik zelf zo van het eten kan genieten in deze week en het zo leuk is om het gezin lekkere dingen voor te schotelen. Maar goed, daar ben ik dus heel erg moe van geworden. Toch ook maar even temperatuur opnemen. Het zal toch niet...? Gelukkig, geen koorts, 37,6. Is wat mij betreft iets teveel in de richting van 38 graden, maar geen reden om ongerust te worden.
Op de avond dat ik in het ziekenhuis werd opgenomen was mijn temperatuur 38,7. In het protocol van het ziekenhuis (een briefje met redenen om contact op te nemen) staat dat je bij 38,5 of hoger moet bellen. Dat hebben we die avond braaf gedaan. Of we even langs wilden komen, want de arts wilde me zien. Dat kwam slecht uit. Ik zat net een werkstuk van Lieve na te lezen op spelfouten en wilde dat graag afmaken. Paul moest nog Sterre bij een vriendin ophalen dus we bedachten dat het handig zou zijn wanneer mijn vader mij naar het ziekenhuis zou brengen en mijn moeder even zou oppassen. Toch nog een geregel voordat we naar het ziekenhuis konden. In de auto vroeg mijn vader of ik er rekening mee had gehouden dat ik misschien moest blijven. Dat leek mij toen erg vergezocht. Eenmaal in het ziekenhuis moesten we ons melden bij de IC. De verpleegkundige die mij opving ging meteen in de weer met testjes. Temperatuur (was ietsje gezakt inmiddels), bloeddruk (ook in orde), bloed prikken (3 buisjes en 4 flesjes voor 'de kweek') en toen ik vroeg waar de wc was kreeg ik een potje mee. Als laatste werden er ook longfoto's gemaakt. Zat ik in een donker ziekenhuis in een lege gang te wachten om röntgenfoto's te laten maken. Na dit alles was het wachten op de arts. Deze David had al snel gezien dat mijn weerstand nul was en concludeerde dat dat in verband met koorts te riskant was. Blijven dus. Ik probeerde er nog onderuit te komen door te betogen dat je met geen weerstand toch in elk geval niet in het ziekenhuis moet zijn, als er érgens ziektes heersen.... maar dat vond dokter David niet overtuigend genoeg. Dus hup, infuus erin (en daar was de IC-verpleegkundige niet kinderachtig mee) en in een rolstoel naar de afdeling oncologie. Niet echt een plek waar je wilt zijn, maar dat geldt voor iedereen daar. In het donker werd ik een kamer binnengereden (waar al twee mannen lagen, aldus de verpleegster die me bracht) en kreeg ik een bed aangewezen. Mijn spullen werden in een kast gestopt, ik op het bed en of ik nog wat wilde drinken. Zakje antibiotica aan het infuus. Gelukkig had ik mijn iPhone mee (en de lader!) om mezelf een beetje te vermaken. Slapen lukte niet echt, mijn kamergenoten maakten flink wat geluid. Geluiden die bij een chemokuur horen zeg maar.....
Mijn vader was ondertussen naar huis gereden en moest nog onderhandelen met de receptioniste om van de parkeerplaats bij het ziekenhuis af te komen, want ik had het parkeerkaartje in mijn tas gestopt.
Uiteindelijk moest ik drie dagen in het ziekenhuis blijven. Dat was wel een dieptepuntje in de kuren tot nu toe, ondanks de goede zorg daar. Ik realiseerde me hierdoor dat ik door die kuur behoorlijk kwetsbaar ben en dat het toch echt oppassen geblazen is. Ik ben vatbaarder voor ziektes, de arts was vooral alert op bijvoorbeeld longontsteking. Ik heb maar goed naar hem geluisterd.
Tijdens die drie dagen in het ziekenhuis op de afdeling oncologie heb ik een aantal mensen ontmoet die met hetzelfde te maken hebben als ik. Die ook chemokuur krijgen, die net hebben gehoord dat ze kanker hebben, verschillende variaties op hetzelfde thema. Iedereen heeft zijn eigen verhaal. En al die verhalen hebben me flink geraakt. De lerares op een basisschool die een dagje op de afdeling zat voor een bloedtransfusie, de ondernemer die tweeeneenhalve dag chemokuur kreeg en hoopt hierna een jaar chemovrij te zijn, de voormalig directeur van een heel groot bedrijf die al tien jaar in de weer is met behandeling van kanker terwijl zijn vrouw ook ziek is. We voeren allemaal een strijd en hebben allemaal de hoop dat we het nog lang gaan maken. We zijn totaal afhankelijk van de wetenschap, medicijnen, chemokuren, inzicht van artsen, de vorm van kanker, komt het terug of niet..... En iedereen heeft ergens de kracht gevonden om de onzekerheid een plekje te geven, of is daarmee bezig. We zijn gewoon gewone mensen met een uitzonderlijke uitdaging op ons pad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten